Op school leer je dat eigennamen met een hoofdletter beginnen. Als je naar Genesis 1 kijkt naar de grondtekst komt je daar adam tegen met kleine letter. Gaat het hier dan om Adam (als persoon) of wordt er iets anders bedoeld?
In Genesis 1:26 komen we het woord als zelfstandig naamwoord tegen. In de studiebijbel of in de Blue Letter Bible vind je achter de vertaalde woorden de codering uit de Strong’s concordance.
In vers 26 van Genesis 1 staat achter het woord mensen de code <0120>. Deze code verwijst naar אָדָם, ādām. Met andere woorden waar wij in dit vers mensen lezen staat er eigenlijk adam (met een kleine letter). Dit zie je ook in vers 27 waar staat: ‘En God schiep de mens (adam) naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.‘ De mens had dus iets mannelijks en iets vrouwelijks.
In Genesis 2:22 lezen we hoe de vrouw werd geschapen. We zien in dit verse dat אָדָם wordt vertaald door Adam (Herziene Statenvertaling) en niet door mens (zoals in vorige verzen). De NBG vertaling blijft wel mens gebruiken als vertaling van אָדָם. Vers 22 beschrijft dat God de zijde (de ribbe) die Hij van אָדָם (adam, mens) genomen had toe een vrouw (code 0802) heeft gebouwd. Deze code 0802 verwijst naar אשה (Isha) wat vrouw, echtgenoot betekent. In het volgende vers, vers 23, zegt de mens dat dit been van mijn benen en vlees van mijn vlees is en dat hij haar Mannin zal noemen. Mannin is een zelfbedacht wordt en in het Hebreeuws staat hier ook אשה (vrouw, echtgenoot).
In vers 24 wordt er naar de mens niet meer verwezen met אָדָם (adam, mens) maar met איש (Ish) wat man of echtgenoot betekent.
Zoals ik het nu begrijp had je eerst de mens en na de schepping van de tweede mens had je man en vrouw. Allebei geschapen naar God’s beeld. De één is niet meer dan de ander, er is geen rangorde. Er kan hooguit een volgorde worden gezien in de schepping van man en vrouw.
Mooie bijdrage.
Zo zie je maar dat een beetje Hebreeuws handig is,alsmede goeie apps.